Ik heb vaak banen gehad, waarin ik mezelf ‘vast dacht’. Mezelf redenen gaf om te blijven, terwijl ik het eigenlijk niet naar mijn zin had.
Herken je deze?
- De collega’s zijn gezellig, die vind ik nooit meer ergens anders
- Ik ben nou eenmaal hierin opgeleid, ik kan niets anders gaan doen. En anders is mijn investering weggegooid geld.
- Iets beters is toch niet voor me weggelegd
- Ik heb de zekerheid nodig van een vaste baan, weggaan brengt onrust
- In de file staan, het hoort erbij
- Ze hebben mensen nodig zoals ik, die sneller willen dan de meeste anderen, dus ik moet blijven
- Het is toch overal hetzelfde: in elk bedrijf is wel wat. Ik mag in mijn handjes knijpen met wat ik wél heb.
Inmiddels weet ik dat het niet waar is.
Zie ik dat het alleen maar overtuigingen zijn. Slimme verzinsels van mijn hoofd, om me veilig op mijn plek te houden.
Want:
In geen enkele baan ben je onmisbaar. De ene baan past echt beter bij je dan de andere. Of het ene bedrijf past beter dan het andere. Fijn werk kan in de buurt zijn. Gezellige collega’s vind je overal, zelfs als je zelfstandige bent.
Geen enkele opleiding die je doet is weggegooid als je iets anders gaat doen. Al was het maar dat je nu beter weet wat je niet wil.
Die zekerheid van een vaste baan is ook maar relatief. Als je blijft heb je de zekerheid dat je de sprong niet hebt gewaagd. Hoe is dat als je oud bent en terugkijkt op je leven?
Wil jij je overtuigingen onderzoeken? Voel je welkom, neem contact met me op!